Een recht ojief is een
ojief
waarvan het bovenste van de twee
kwartronde
delen
hol
is en het onderste
bol.
Hoewel de S-lijn meestal een losse curve vormt,
kun je hierin toch vaak de delen herkennen van twee min of meer naast elkaar gelegen
cirkels.
Vaak wordt de overgang van het bolle profiel aan de onderzijde naar het aansluitende vlak te flauw gevonden en wordt er een
bandje
toegevoegd voor extra schaduwwerking.
Bij
ojiefsleutelstukken
is de bolling van het onderste deel soms veel meer dan kwartrond: zo ontstaat het
hangbuik-ojiefsleutelstuk.
Het zal niet verbazen dat een zo veel gebruikt profiel onder diverse namen bekend staat. Het rechte ojief wordt ook 'klokojief' genoemd,
in het Duits wordt het als 'staand' of 'steigend' getypeerd.
In de oudheid stond het bekend als cyma recta (ook wel sima recta), maar bij het woord
'
sima'
denken we tegenwoordig toch vooral aan een deel van de kroonlijst.
De tegenhanger van het rechte is het
omgekeerde ojief.
Tekst: Jean Penders (11-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders